
Brandstofdrukregelaar voor auto
Brandstofdrukregelaar webshop
Hoe valt het falen van de regelklep van de brandstofdruk op
Het duurt best lang om dit onderdeel te inspecteren en maakt over het algemeen deel uit van de controle van het gehele brandstofsysteem van het voertuig.
In de eerste plaats, inspecteer of er genoeg brandstof in de brandstoftank aanwezig is. Dan moet de accu worden geïnspecteerd, de reden is dat de brandstofdruk daarvan afhankelijk is. Dit zou 12 Volt moeten zijn. Dan moet u de negatieve draad van de accu loshalen, de gemorste brandstof opruimen, de negatieve draad weer aan de accu vastmaken, de auto starten en deze stationair laten lopen. Maak dan het ventiel van de vacuümslang los, blokkeer deze door middel van uw vinger en controleer de druk. Dit zou 0.25 tot 0.35 MPa moeten zijn indien de motor voorzien is van multi-point injectie, deze zou 0.07 tot 0.1 MPa moeten zijn indien de auto een carburateur heeft.
Indien de druk aan de lage kant is, probeer dan eens om in de retourslang te knijpen, en inspecteer de drukmeter. Als de druk omhoog gaat tot een normale waarde, is het ventiel niet goed. Als de waarde te hoog is, is dat ook een indicatie dat hij kapot is, indien het passerend vermogen niet minder is geworden bij de retourslang.
Als de motor warm is, sluit dan de vacuümslang op het ventiel aan. De druk moet minder worden tot zo’n 0.05 MPa. Indien dit niet gebeurt, is het mogelijk dat de vacuümslang vies is of dat het ventiel niet werkt.
Om de resterende druk in het systeem op te meten, moet u de motor uitzetten, de brandstoftoevoer afsluiten en de metingen nog eens doen na ongeveer 10 minuten. Bekijk de waarden en vergelijk deze met wat in de technische documenten van de auto wordt aangegeven. Indien de druk van het systeem te laag is, dan moet de regelklep van de brandstofdruk worden verwisseld.
U bent in staat te bepalen of de regelklep van de brandstofdruk moet worden verwisseld door deze aanwijzingen:
- De motor is moeilijk te starten;
- Bij een stationair toerental loopt de motor niet goed;
- De stroomtoevoer is lager;
- Zonder reden slaat de motor af;
- Bij de slangen lekt brandstof, dit kan worden verholpen door de klemmen aan te draaien, maar ook door de klepzitting strakker te zetten;
- Het voertuig heeft lagere dynamische kenmerken;
- De auto gebruikt meer benzine;
- Als u in de auto rijdt, stottert deze.
Oorzaken voor het falen van de regelklep van de brandstofdruk
De vaakst voorkomende oorzaak voor het falen van de regelklep van de brandstofdruk is het slijten van de elementen. De veren kunnen langer worden, hierdoor gaat het ventiel in de klepzitting losser zitten. Dit betekent dat er brandstof in de retourslang kan komen, ook als de druk laag is, en op die manier heeft de motor minder vermogen als men harder rijdt. Tevens zal het membraan slijten, de rubberen afdichtingen worden minder flexibel en kunnen scheuren gaan vertonen.
Het sneller falen van het onderdeel kan ook komen doordat de brandstof niet van goede kwaliteit is, of als men het brandstoffilter te laat verwisseld of omdat de brandstoftank vervuild. Het vuil zal zich ophopen, ook op het ventiel waardoor deze het niet meer doet en zal blokkeren, daarnaast kan er water in de tank komen, wat zorgt voor roest aan de onderdelen die van metaal zijn gemaakt.
Het verwisselen van de regelklep van de brandstofdruk
Men kan dit onderdeel niet repareren. Indien deze kapot gaat, moet hij worden verwisseld. Dit is prima zelf uit te voeren. In de eerste plaats, haal de druk van het systeem. Anders is het niet mogelijk om aan de regelklep van de brandstofdruk te werken. Volg dit stappenplan:
- De motor moet stationair lopen;
- Haal de oliepomp zekering eruit of maak de bekabeling van de brandstofpomp los, hierdoor zal de motor afslaan.
- Probeer een paar keer de motor te starten.
- Zorg dat de ontsteking uit staat, plaats de zekering terug of verbind de bekabeling.
- Ontkoppel de vacuümslang en de afvoer van de brandstof van het ventiel.
- Demonteer het onderdeel, deze zit aan de dwarsbalk vast.
- Demonteer de regelklep.
- Verwissel de ring die voor afdichting zorgt en plaats een nieuw onderdeel.